Verkiezingsprogramma 2019-2023

Hoofdstuk 1: Inleiding

Bij verkiezingen gaat het over mensen. Over u en over mij. Over onze ouders, onze kinderen, onze buren, de leerkracht op de school, onze werkgever en onze werknemers. Verkiezingen gaan ook over de leefomgeving van mensen. Over wonen, over reizen met auto of openbaar vervoer, over landschap, groen en water, en ook over cultuur, musea en kerken.

De afgelopen jaren hebben we ons ingezet om op al deze terreinen het verschil te maken. Na de collegeonderhandelingen in 2015 kwam het CDA, de VVD, D66 en de SP in een coalitie. Deze coalitie hield geen stand wat drie jaar later leidde tot een bestuurscrisis waarbij 3 van de 4 gedeputeerde hun ontslag indiende.

In de gesprekken die volgden nam de ChristenUnie haar verantwoordelijkheid en trad toe tot het college. Een bijzonder moment aangezien dit de eerste keer in de geschiedenis van Flevoland is dat wij een eigen gedeputeerde namens de ChristenUnie in het college van Gedeputeerde Staten mochten leveren. Als constructieve oppositiepartij en als coalitiepartij hebben we zo onze stempel gedrukt op provinciaal beleid.

1.1 Resultaten

Zonder compleet te zijn, willen we als resultaten uit de periode 2015-2018 de volgende onderwerpen noemen:

Samenleving

  • Gemeenten hebben extra ondersteuning gekregen voor de jeugdzorg. De afgelopen jaren hebben gemeenten op dit terrein veel extra werk gekregen, waardoor een steun in de rug volgens de ChristenUnie noodzakelijk was.
  • Er wordt geïnvesteerd in projecten en plannen die de leefbaarheid op het platteland versterken. Hier is een speciaal fonds (fonds leefbaarheid) voor opgericht.
  • Er komt een kitesurfstrand bij Lelystad van ruim 400 meter.
  • Een nieuwe omgevingsvisie vanuit het credo “samen maken wij Flevoland” is en wordt vormgegeven

Economie

  • De Flevokust is in bedrijf en de ontwikkeling en uitgave van de binnen- en buitendijkse industrieterreinen loopt op schema.
  • Inditex heeft zich in Flevoland gevestigd en bouwt in Lelystad aan het grootste distributiecentrum van Noord-Europa. Dat levert straks minimaal 800 nieuwe banen op voor de regio.
  • Er is geld gereserveerd voor de nieuwe Kornwerdersluis. 
  • De Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland wordt ontwikkeld.
  • De provincie heeft zijn financiën op orde.

Natuur en duurzaamheid

  • Diverse duurzame initiatieven zijn ondersteund. De Duurzame Energie- onderneming (DE-on) van de provincie heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld.
  • Het Nationaal Park Nieuw Land is een feit. Een prachtig natuurgebied bestaande uit de Oostvaardersplassen, Lepelaarplassen, Marker Wadden en het Markermeer. Bij de Marker Wadden zijn de eerste eilanden aangelegd.
  • Mede dankzij inzet van de ChristenUnie heeft de staten een historisch besluit genomen over het beheer van de Oostvaardersplassen en de Grote Grazers die daarin leven.
  • Projecten van Nieuwe Natuur zijn vorm en inhoud gegeven en intentieovereenkomsten zijn getekend.
  • Dankzij een voorstel van de ChristenUnie is het weidevogelbeheer ondersteund. Voor dit beheer is structureel geld vrijgemaakt, wat ten goede zal komen aan de vogelstanden in de polder.

 1.2 Onze missie

De ChristenUnie is een politieke partij die zich baseert op de Bijbel en werkt aan een wereld die eerlijk is en leefbaar blijft, ook voor onze kinderen. De ChristenUnie vindt iedereen van evenveel waarde. We zetten ons in voor een samenleving waarin mensen zorgen voor elkaar. We komen op voor hen die niet voor zichzelf op kunnen komen en zorgen goed voor de natuur die we van God hebben gekregen. Op deze manier geven we invulling aan ons geloof.

Wij willen dat het provinciebestuur zich inzet voor een samenleving waarin beheer en ontwikkeling van schepping en samenleving tot Gods eer centraal staan. De provincie investeert in een sterke regionale economie, zodat iedereen in de gelegenheid wordt gesteld zijn talenten te ontwikkelen en een bestaan op te bouwen. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is duurzaamheid met betrekking tot de schepping, waarbij een goede afweging plaatsvindt tussen landschappelijke waarden, natuur en de positie van landbouwers. Het provinciebestuur opereert waar mogelijk in samenwerking met andere provincies, gemeenten, maatschappelijke instellingen en het bedrijfsleven.

De politiek waar de ChristenUnie voor wil staan, staat in het teken van dienstbaarheid. Dit geldt ook voor de wijze waarop politici van de ChristenUnie hun politieke handelen willen invullen. Wij willen God dienen in deze wereld naar het Bijbelse dubbelgebod van de liefde: God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf. De vertegenwoordigers van de ChristenUnie willen vanuit dit geloof invloed uitoefenen op het bestuur van Flevoland en in de samenleving. We willen dat de overheid de geestelijke en politieke vrijheden waarborgt.

1.3 Onze kernwaarden

Wij geloven dat God mensen tot bloei laat komen in relaties, als mensen samenwerken en voor elkaar zorgen. Deze dienstbare samenleving vraagt een betrokken, maar ook een bescheiden overheid. De ChristenUnie wil een overheid die er op gericht is dat mensen hun talenten kunnen ontwikkelen en in vrijheid verantwoordelijkheden kunnen nemen.

God maakt mensen verantwoordelijk door ze vrijheid te geven. Het is volgens ons de taak van de overheid om deze vrijheid te beschermen en te respecteren. Alle mensen hebben het recht om in vrijheid hun geloof en overtuiging te delen, met elkaar, met hun kinderen en in de samenleving. Alle leven is Gods waardevolle gift. Daarom zetten wij ons in voor duurzame ontwikkeling van en een zorgvuldige omgang met heel Zijn schepping. Wij zetten ons in voor de waardigheid en de rechten van alle mensen: krachtig of kwetsbaar, geboren of ongeboren, nabij of veraf.

Onze missie en onze kernwaarden vormen het fundament voor alle keuzes die we maken. Daar mag u ons aan houden. In dit verkiezingsprogramma beschrijven wij hoe we dit concreet willen maken in de komende vier jaar.

1.4 Taakopvatting

De provincie heeft een aantal wettelijke taken die zich vooral richten op ruimte, economie die weer samen komen in het omgevingsbeleid. Naast de wettelijke taken kan de provincie zelf bepalen welke taken zij wil aanpakken. Die vrijheid heeft de provincie en zeker taken op het gebied van zorg en samenleving zijn onderdelen waarvan wij vinden dat er ook een rol voor de provincie is.

Er is immers sprake van een open huishouding, zoals vastgelegd in artikel 124 van de grondwet. Een open huishouding betekent dat de provincie verder zelf mag bepalen welke onderwerpen zij wil oppakken. De basisgedachte van de provincie is wel dat een taak het beste zo dicht mogelijk bij de burger kan worden uitgevoerd. De beslissing wordt bij voorkeur genomen op de plaats waar die ook effect heeft.

Een uitgebreidere visie op onze taakopvatting en de bestuursstijl die wij willen hanteren, staat beschreven in hoofdstuk 6 Bestuur en middelen. 

1.5 De toekomst van Flevoland

Wij zijn trots op Flevoland! Trots op de prachtige natuur in onze provincie. Trots omdat er elke dag duizenden vrijwilligers klaarstaan om anderen te helpen. Trots op die vele grote en kleine ondernemers die onze economie en werkgelegenheid willen versterken. Maar we maken ons ook zorgen. Hoe zorgen we ervoor dat iedereen, ongeacht achtergrond of handicap, volwaardig mee kan doen in onze maatschappij? Hoe zorgen we voor voldoende werkgelegenheid, ook voor de volgende generatie? Doen we wel genoeg om onze aarde te beschermen?

De ChristenUnie wil zich inzetten om Flevoland toekomstbestendig te maken: wij willen opkomen voor mensen die niet voor zichzelf op kunnen komen. Wij willen de mooie natuur in Flevoland mooier maken en  beschermen. Wij vinden het van belang om een sterke regionale economie te hebben en de inwoners die dat nodig hebben een extra zetje in de rug geven.

In dit programma is vastgelegd welke keuzes de ChristenUnie in Flevoland maakt en voor welke onderwerpen de ChristenUnie zich in de periode 2019-2023 in het bijzonder in wil zetten. Als ‘nieuw land’ is het grootste deel van de provincie door mensenhand gevormd; sinds de inpoldering zijn keuzes gemaakt over inrichting van ons landschap, de inrichting van steden en dorpen, de inrichting van onze samenleving. Flevoland is nog niet af, ook in de komende jaren moeten besluiten genomen worden over de inrichting en het gebruik van onze polders en het perspectief dat wij daarmee aan onze inwoners, bedrijven en bezoekers bieden.

Drie belangrijke speerpunten daarbij zijn:

Kansen voor ontwikkeling[1] De provincie Flevoland blijft zich in hoog tempo ontwikkelen. De groei van Almere, Luchthaven Lelystad, de Floriade, de multimodale ontsluiting van Flevokust en de maritieme Servicehaven, de inrichting van het Markermeer en IJmeer zijn projecten van nationaal belang en zullen ook in de komende periode aandacht van de provincie Flevoland blijven vragen. Binnen Flevoland geldt hetzelfde voor de ontwikkeling van Noord- en Oost Flevoland, waar extra (economische) impulsen nodig zijn voor behoud van leefbaarheid en voorzieningen. De meerzijdige oriëntatie van Flevoland biedt kansen voor de samenwerking met de Randstad, binnen de Metropool Regio Amsterdam (MRA), maar ook tussen Flevoland en de Veluwe, Zwolle/Kampen en Friesland. Ook andere ontwikkelingen komen op ons af, bijvoorbeeld klimaatverandering, economische ontwikkelingen of schaalvergroting in de landbouw. Ontwikkelingen die om een reactie vragen van de overheid: hoe hier mee om te gaan, hoe te (be)sturen.

Kwaliteit voor kwantiteit

De ChristenUnie kiest voor een economische ontwikkeling die hand in hand gaat met duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid. In onze provincie is  letterlijk  ruimte om knelpunten van buiten Flevoland op te lossen. Voorwaarde daarbij is wel dat Flevoland de kans krijgt  om ook in kwaliteit te groeien. Kwaliteit in de vorm van voorzieningen (onderwijs, zorg, veiligheid), kwaliteit in de vorm van bereikbaarheid (infrastructuur, openbaar vervoer) en kwaliteit in de vorm van vitaliteit (werkgelegenheid, natuurontwikkeling, krachtige samenleving en vitaal platteland). Dit betekent dat Flevoland afspraken met het Rijk en omringende regio’s maakt op basis van ‘gelijk oversteken’. Voor de relatie met het Rijk betekent dit ook dat de financiering van opgaven geregeld moet zijn voor we tot zaken komen. Voor de relatie met de omringende regio’s betekent dit dat er een gedeelde verantwoordelijkheid gevoeld moet worden voor de ontwikkelingsopgave van Flevoland

Maatwerk

De ontwikkeling van zuid Flevoland kent een grote dynamiek en vraagt veel inzet van het provinciaal bestuur. Meer nog dan het stedelijk gebied vragen ook de dorpen en het landelijk gebied aandacht van de provincie. Daar waar als gevolg van de dynamiek ontwikkelingen rond de steden Almere en Lelystad haast vanzelf lijken te gaan, is voor de andere delen van Flevoland soms een extra zetje nodig om zaken in beweging te krijgen. De provincie kan daarbij -in goed overleg met de betreffende gemeente- een belangrijke ondersteunende rol spelen. Voor de ChristenUnie is de provincie een actief ondersteunende en faciliterende partner. Door de enorme ontwikkelingen in- en rond Almere en Lelystad lijkt het soms alsof de kleinere gemeentes minder aandacht krijgen; de ChristenUnie zet zich in voor een provincie die ‘niet te klein is voor het grote, en niet te groot is voor het kleine’. De rol en het samenspel met de betreffende gemeente mag dan ook verschillend zijn. Bij dit maatwerk zal de provincie altijd haar toegevoegde waarde voor ogen moeten houden en moeten bewijzen.


[1] Een rondgang langs de meest strategische vraagstukken is in 2018 gemaakt en dit heeft geresulteerd in een visiestuk genaamd ‘vensters op Flevoland’ https://www.flevoland.nl/wie-zijn-we/over-flevoland/vensters-op-flevoland

Naar boven

2. Mens en samenleving

2.1 Leefbaarheid

Visie van de ChristenUnie
De ChristenUnie zet zich in voor sterke en leefbare regio’s. Wij vinden het belangrijk dat bestaande sociale verbanden zo veel mogelijk in stand blijven. We willen bevorderen dat werkgelegenheid in de regio behouden blijft en zo mogelijk versterkt wordt.

Vrijwilligers spelen een belangrijke rol in de leefbaarheid van onze provincie. Ze zetten zich belangeloos in voor onze samenleving en zijn zo een inspiratie en voorbeeld voor ons allemaal. De ChristenUnie wil dat het werk van vrijwilligers door de provincie wordt ondersteund.

De bestrijding van (drugs)criminaliteit en de problemen die het dumpen van drugsafval met zich meebrengen zijn groot. Waar dit probleem zich lange tijd voornamelijk concentreerde in het zuiden van Nederland, is de drugsproblematiek inmiddels in alle provincies een probleem.  De ChristenUnie zet zich al jaren in om deze problematiek te bestrijden en zal dit ook in de aankomende jaren blijven doen.

Het Fonds Leefbaarheid[2] is in het leven geroepen om de sociale binding en de economische ontwikkeling op het platteland te stimuleren. De afgelopen jaren zijn via dit fonds initiatieven ondersteund op het platteland, dit was zeer succesvol en vele aanvragen zijn door burgers ingediend. Denk hierbij aan een MTB route in het buitengebied van Almere, een pluktuin, een bijdrage in een Multifunctionele buurt accommodatie of een educatieprogramma voor jongeren en ga zo maar door. Dit zijn burgerinitiatieven die de komende jaren ook verder moeten worden ondersteunt. Dit kan in combinatie met andere (Europese) fondsen die als doel hebben de leefbaarheid te vergroten. Wat ons betreft is dit ook een onderdeel van de verder uitwerking van de krachtige samenleving in het omgevingsprogramma.

De ChristenUnie wil nadrukkelijk investeren in een krachtige samenleving. Het is onze ambitie dat in 2030 en verder Flevoland bekend staat als een omgeving met uitstekende mogelijkheden voor ontplooiing, ontwikkeling en ontspanning. Het is een aantrekkelijk vestigingsgebied. Het in Flevoland aanwezige talent alsmede de potentie, kracht en ondernemerschap van de samenleving benutten we. Bij nieuwe ontwikkelingen staat de Flevolander centraal. Wij volgen samen met partners de regionale sociale en economische ontwikkelingen op de voet. Dit om gezamenlijk nieuwe opgaven tijdig te signaleren, en om die op een passende wijze te agenderen en te bespreken met de partners. Denkbare onderwerpen zijn de invloed van robotisering en automatisering op de arbeidsmarkt, de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, de specifieke vergrijzingsproblematiek, gezondheidsvraagstukken en de gevolgen van de verwachte bevolkingsafname in delen van de polder.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • Leefbaarheid Flevoland. Structurele versterking van de economie en bereikbare voorzieningen houden Flevoland leefbaar. Ook is het belangrijk dat de infrastructuur op orde is, zoals openbaar vervoer en snel internet.
  • Fonds leefbaarheid. De komende jaren wil de ChristenUnie het fonds Leefbaarheid verder ontwikkelen en omvormen om, eventuele in combinatie met andere subsidies (denk aan LEADER of POP4 middelen), de leefbaarheid verder te versterken en initiatieven van burgers en organisaties te ondersteunen.
  • Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) mag niet leiden tot verrommeling van het buitengebied. De provincie helpt stoppende boeren om hun panden een goede bestemming te geven of gronden terug te geven aan de natuur of te herbestemmen.
  • De provincie trekt samen met gemeenten op om initiatieven waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en elkaar helpen te ondersteunen. Vrijwilligersorganisaties verdienen daarbij onze extra steun en aandacht.
  • Er moet meer toezicht komen in het buitengebied. Dit willen we bereiken door aan terreinbeherende organisaties voor opengestelde gebieden een toezichtbijdrage van €17,- per hectare toe te kennen. Dit is extra geld en mag niet ten koste gaan van de bijdrage voor beheer van de natuur(gebieden).
  • De provincie neemt het initiatief om in een samenwerkingsverband met gemeenten, politie, belastingdienst te onderzoeken op welke wijze we (drugs)criminaliteit integraal kunnen bestrijden. In Brabant-Zeeland is de taskforce zware criminaliteit al enkele jaren succesvol in de bestrijding van de (drugs)criminaliteit.
  • De ChristenUnie pleit ervoor om 50% van het afgepakte drugsgeld aan de regio teruggeven om weer in te zetten in de bestrijding daarvan. Wij willen zo een vliegwiel creëren in de strijd tegen de drugscriminaliteit en nog deze verder verstevigen.
  • De kosten voor het opruimen van drugsafval op particuliere grond voor 100% vergoeden (is nu 50%) en de vergoeding van de schade binnen 3 maanden afhandelen. De provinciale subsidieregeling wordt hiervoor gewijzigd.

2.2 Economie 

Visie van de ChristenUnie

Een gezonde economie heeft oog voor de kansen om te ondernemen op een manier die respectvol is ten opzichte van de werknemers en de schepping. Het draait niet alleen om groei, maar om een goed en waardevol leven.

De provincie heeft wat betreft ondernemers en het ondernemersklimaat een faciliterende rol. Gezocht moet worden naar mogelijkheden om samen met ondernemers tot maatwerk te komen dat het ondernemerschap versterkt.

De ChristenUnie zet zich in het bijzonder in voor het midden- en kleinbedrijf  (MKB), de ruggengraat van onze economie, voor innovatieve industrie, voor startende ondernemers en doorgroeiers en voor sociaal ondernemers.

Een samenleving waarin mensen naar elkaar omkijken, iedereen meetelt en de kans krijgt om te ondernemen en te werken; dat is het ideaal voor de ChristenUnie in Flevoland.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

Regionale economie en innovatie

  • Effectief innovatiebeleid. De ChristenUnie wil een innovatiebeleid wat zich richt op maatschappelijke uitdagingen zoals een circulaire economie, een verantwoorde voedselvoorziening en betaalbare zorg.
  • Innovatief inkopen door de provincie. De provincie moet meer gebruik maken van de kennis en expertise van bedrijven, zelf meer kennis in huis halen zodat ze een serieuze gesprekspartner is bij innovatief aanbesteden en beter aansluiten bij de innovatieve ontwikkelingen in het Nederlandse bedrijfsleven. Met een groot inkoopvolume moet de provincie voorop gaan in het aanschaffen van innovatieve producten en diensten.
  • Kansen voor startups bij aanbestedingen. Bij het aanbieden van projecten kunnen extra punten toegekend worden aan projectteams die expliciet met startende bedrijven (startups) werken.
  • We staan, binnen de gestelde randvoorwaarden, achter de komst van Lelystad Airport en vinden dat deze ook zo snel mogelijk open moet, immers de besluiten hiertoe zijn reeds genomen. Wel is een belangrijke randvoorwaarde dat de knelpunten door laagvliegroutes zo snel mogelijk moeten worden opgelost door een herziening van het luchtruim. Hierdoor moet overlast voor delen van de gemeente Zeewolde en Dronten tot het minimum worden beperkt. De minister heeft dit reeds toegezegd en wij zullen haar hier ook aan houden. 

Onderwijs en arbeidsmarkt

  • Versterken regionale samenwerking. Regionale samenwerking tussen bedrijfsleven, overheid, kennisinstellingen en het beroepsonderwijs moet versterkt worden. Daardoor groeit de werkgelegenheid.
  • Kennistoepassing en arbeidsmarkt. De beschikbaarheid van goed opgeleide medewerkers is bepalend voor de omzetgroei van een onderneming. Onderwijs en arbeidsmarkt moeten elkaar op alle niveaus kunnen vinden. Het is nodig om de ontwikkeling van toponderzoekers en toptalenten in het vakonderwijs te versterken.
  • Sociaal ondernemen. Geef sociaal ondernemers een grotere kans bij overheidsinkoop. Social return (waarbij een ondernemer niet alleen een hoge winst wil behalen, maar ook wat terug doet voor de samenleving) wordt een essentieel onderdeel bij alle inkopen van de provincie.
  • Werken met een beperking. De overheid moet meer mensen met een beperking in vaste dienst nemen. We promoten leer-werktrajecten om kwetsbare groepen met afstand tot de arbeidsmarkt een kans op een echte baan te geven.
  • Bestrijding mensenhandel. Ieder mens telt en welke arbeid men ook verricht. We zetten ons in voor een menswaardig bestaan en een eerlijke beloning. Uitbuiting van mensen in welke vorm dan ook is niet gewenst. Goede controle daarop is nodig.

Recreatie en toerisme

In de komende jaren zal er een groeiende groep inwoners gebruik willen maken van voorzieningen op het gebied van sport en cultuur, fietsen, wandelen en andere vormen van vrije tijdsbeoefening zoals het toeristisch gebruik van parken en natuur. Daarnaast is er sprake van een groeiende groep mensen die in de stad wonen en in de buurt van de stad voorzieningen nodig hebben voor ontspanning en vrije tijd.

  • Provinciale routes verbinden met landelijke routes zodat toeristen zich beter over ons land kunnen verspreiden.
  • Het ontwikkelen van goede recreatieve buitensportvoorzieningen zoals MTB ruiterpaden, skeelerroutes en kanoroutes.
  • Een goede ontsluiting van het landelijk gebied door het bevorderen en aanleggen van een netwerk van wandelroutes, fietspaden en kanoroutes et cetera.
  • Bij evenementen en activiteiten hebben wij ook oog voor de zondagrust, deze is voor ons van belang.
  • De recreatieve potentie van de randmeren en de oostkant van Flevoland wordt verder ontwikkeld.
  • Natuur en recreatie kunnen elkaar versterken maar mag niet ten koste van natuur gaan.
  • Flevoland moet inzetten op een langer verblijf van de toeristen zodat we arrangementen kunnen bieden aan toeristen uit bijvoorbeeld Amsterdam.
  • Flevoland is een ‘groene en blauwe’ provincie, dit moeten we benutten en behouden.

2.3 Mobiliteit

Visie van de ChristenUnie 

Mobiliteit brengt mensen bij elkaar; elke dag reizen mensen van en naar werk, school, voorzieningen en familie. De groeiende mobiliteit mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van onze leefomgeving en de leefbaarheid.

De ChristenUnie wil de milieubelasting door het verkeer verkleinen en hiervoor gericht investeren in de sterke punten van verschillende vormen van vervoer. Het verkeer moet slimmer, schoner en zuiniger. Wij willen ruimte bieden aan de snelle fietsers (e-bikes, Speed pedelecs en racefietsers). Daarnaast vinden wij dat het openbaar vervoer voor zoveel mogelijk reizigers een toegankelijke vervoersvoorziening en een alternatief voor eigen vervoer moet zijn. We moeten hiervoor zoeken naar de balans tussen het vervoersaanbod en de betaalbaarheid.

Concrete punten/bouwstenen

  • Uitbreiding fietssnelwegen langs belangrijke wegen, die aantrekkelijk zijn voor woon-werk verkeer, E-bikes en wielrenners. Betere fietsvoorzieningen; bv bij stations om de (elektrische) fiets een aantrekkelijk vervoersalternatief te maken. We willen in 2025 een groei in het fietsgebruik van 25% bereiken.
  • Verbetering van ontsluiting evenementen terrein Walibi.
  • Stimuleren aanbod OV Fiets. Bij elk OV-knooppunt, zowel trein- als busstation, de mogelijkheid om een OV fiets te huren.
  • Smart mobility Een Mobiliteit en Infrastructuur Test Centrum (MITC) ontwikkelen bij Marknesse in samenwerking met andere partijen.
  • Veilig verkeer. Aandacht voor de verkeersveiligheid op provinciale wegen.

Een doelstelling van 50% minder verkeersdoden- en gewonden in 2029 tov 2019. De inzet richt zich vooral op het tegengaan van ongelukken met kwetsbare verkeersdeelnemers: kinderen en ouderen.

  • Leefbaarheid. Aandacht voor provinciale wegen door dorpskernen. Waar mogelijk aanleg van rondwegen stimuleren.
  • Goede achterlandverbindingen. Goede doorstroming is van belang, bij routes met veel vrachtverkeer wordt gekeken naar mogelijkheden (extra rijstroken) om de doorstroming te verbeteren.
  • Elektrificeren van het verkeer door opvoeren van het aantal laadpunten en waterstoftankstations voor personenauto’s, vrachtauto’s en bussen.

Openbaar Vervoer

  • Investeren in regionale projecten zoals de lightrail trein en meer vrije busbanen. Ook zal moeten onderzocht of een noordelijk treintraject (Lelystad-Heerenveen-Drachten-Groningen) er toch nog van kan komen. De snelwegbus met hogere maximumsnelheden dan de huidige bussen biedt voor de forenzen kortere reistijden
  • Inzetten op interprovinciale trajectkaarten zodat reizigers met één abonnement binnen verschillende provincies kunnen reizen.
  • Kortere reistijden. De reistijd tussen Noord-, Oost- en Zuid-Flevoland en de Randstad moet korter. Het spoor wordt geschikt gemaakt voor hogere snelheden.
  • Bereikbaarheid Urk. De bereikbaarheid van Urk met het OV is van groot belang en wij maken ons hard voor een goede verbinding tussen Lelystad en Urk en Emmeloord en Urk, ook in de avond.
  • Toegankelijkheid. Een goede toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor ouderen en mensen met een beperking. De informatievoorziening, haltes, stations, bussen en treinen  moeten daarop ingericht worden.
  • Veiligheid. Aandacht voor sociale veiligheid van haltes en stations. Er worden goede afspraken met politie en het Openbaar Ministerie gemaakt om de veiligheid in het openbaar vervoer te verzorgen (tegengaan van zwartrijden, geweld tegen reizigers en personeel, vandalisme). Goede verlichting en goede fietsvoorzieningen maken hier onderdeel van uit.
  • Leefbaarheid. Waar mogelijk moeten verbindingen met dorpen zoals (bijvoorbeeld Swifterbant, Biddinghuizen en in Noordelijk Flevoland) in stand worden gehouden. Als dit niet langer haalbaar is, moet er een goede andere oplossing worden geboden. Lokale plannen en initiatieven, zodat bewoners toch aansluiting hebben op regionale bus- en treinlijnen worden ondersteund.

2.4 Cultuur

Visie van de ChristenUnie

Kunst en cultuur

Mensen zijn creatieve wezens. God, onze Schepper heeft ons creatieve talenten gegeven waar we van genieten. Kunst en cultuur horen bij ons menszijn en zijn waardevol voor een open en bloeiende samenleving. Bibliotheken, concertzalen, musea en toneelhuizen; het zijn plekken waar mensen graag zijn. Kunst kan het leven mooier maken, mensen bij elkaar brengen en een nieuwe kijk ergens op geven, zowel in het mooie als in het lijden. Onze cultuur kent een rijke geschiedenis en is een belangrijk onderdeel van wie wij zijn. Kunst en cultuur zijn daarmee echt van en voor de samenleving. De overheid kan een rol vervullen als subsidieverstrekker, opdrachtgever en beschermer van ons culturele klimaat en erfgoed.

De ChristenUnie vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren met kunst en cultuur in aanraking komen. Door beoefening van amateurkunsten ontdekken en ontwikkelen zij hun creatieve talenten. Cultuur is een belangrijk onderdeel van hun ontwikkeling en verdient een plek in het onderwijs. Het is belangrijk dat er voor kinderen en jongeren een toegankelijke aanbod van kunst en cultuur is.

Kunst en cultuur zijn niet waardenvrij. Artistieke kwaliteiten zijn een gave van de Schepper en mogen tot Zijn eer worden ontplooid. Kunsten kunnen het leven en de samenleving verrijken, maar ook beschadigen. De ChristenUnie vindt dat kunst die oproept tot discriminatie, geweld, godslastering of onzedelijkheid en daarmee mensen of groepen uit elkaar drijft of tegen elkaar opzet niet met publieke middelen bekostigd mag worden. Flevoland is internationaal bekend vanwege haar landschapskunst. Na afronding van het 8e kunstwerk in Dronten wil de ChristenUnie geen nieuwe landschapskunstwerken.

Monumenten

Bijzondere gebouwen, voorwerpen, tradities, foto’s, films en verhalen tonen de geschiedenis van Flevoland, dit is ons historisch erfgoed. Erfgoed vertelt niet alleen de recente boven de grond maar ook de geschiedenis onder de grond. Ook onze recente geschiedenis verdient bescherming. Monumentale (kerk)gebouwen zijn cultuurhistorisch waardevol en zijn beeldbepalend in steden en dorpen.

Bibliotheken

De bibliotheek is al lang niet meer alleen maar de plek om boeken te lenen. Steeds vaker is er veel meer te doen. Mensen kunnen er cursussen volgen, het is een ontmoetingsplek en de bibliotheken zijn zo een belangrijk onderdeel om een gemeente leefbaar te houden. In de eerste instantie zijn gemeenten en de bibliotheken zelf verantwoordelijk voor hun functie voor de samenleving. Dit geldt voor steden, maar zeker ook voor dorpen en kleine kernen. De provinciale rol zal zich beperken tot het ondersteunen van initiatieven om de leefbaarheid in dorpen en kernen te ondersteunen.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • Cultuureducatie. Kinderen moeten les kunnen in cultuur. Scholen bepalen zelf hoe zij hier invulling aan geven.
  • Talentontwikkeling. Vormt de basis voor het provinciale culturele klimaat. Creatieve broedplekken zoals culturele podia, kunstvakonderwijs zijn daar belangrijk voor.
  • Digitalisering van ons erfgoed helpt om het voor iedereen toegankelijk te maken en te bewaren voor toekomstige generaties. De provincie kan hierbij ondersteuning bieden.
  • Onderhoud en herbestemming monumenten. Er moet geld beschikbaar komen voor noodzakelijk onderhoud aan monumenten. Ook de jongste geschiedenis krijgt een plek in het erfgoedbeleid.
  • Bibliotheekvoorziening. De provincie ondersteunt plannen van de gemeente om in het kader van de leefbaarheid (openbare) bibliotheekvoorzieningen in dorpen en kernen bereikbaar en betaalbaar te houden.
  • Aandacht  voor  cultuurhistorisch belangrijke plaatsen, zoals het beschermd dorpsgezicht van Urk en het werelderfgoed Schokland, bouwwerken die in de beginfase van de Zuiderzeewerken een rol hebben gespeeld en archeologie.
  • Landschapskunst is het waard om te behouden en onderhoud hoort daarbij. Goede afspraken met gemeenten over de 10 huidige kunstwerken moeten worden gemaakt en worden nageleefd. Nieuwe kunstwerken zijn kostbaar en niet nodig.

2.5 Zorg en Welzijn

Visie van de ChristenUnie

De ChristenUnie vindt het belangrijk dat er aandacht is voor het publieke, voor het gezamenlijke, voor wat ons bindt. Wij willen vanuit de Bijbelse opdracht graag meewerken aan een samenleving waarin we ‘zorgen voor elkaar’. De gemeenten zijn op dit gebied in veel gevallen het eerste aanspreekpunt. De provincie kan hierbij advies geven aan de gemeenten over wat zij zien gebeuren of waar zij het nodig vinden dat er zaken verbeteren. Ook kan de provincie gemeenten bij elkaar brengen zodat zij van elkaar kunnen leren.
De benaming 'sociaal beleid' omvat meer dan alleen beleid. Het begrip 'zorg' doet  meer recht aan een christelijk-sociale visie op zwakkeren. Daarom spreken we als ChristenUnie liever over ‘zorg' (en welzijn) dan over (de afstandelijke term) 'sociaal beleid’. De verantwoordelijkheid van zorg en welzijn (het zorgen voor voorzieningen die inwoners helpen om op een prettige manier mee te kunnen doen in de samenleving), blijft bij de gemeentes.

In dit kader is de ChristenUnie ook zeer geschrokken van de recente ontwikkelingen (oktober 2018) rond de MC ziekenhuizen in Flevoland. De ChristenUnie is van mening dat goede zorg nabij moet worden aangeboden en de patiënt(veiligheid) het uitgangspunt moet zijn en niet financiële of andere afwegingen de doorslag moeten geven. In dat kader willen wij dat Lelystad een compleet ziekenhuis behoudt, inclusief 24/7 spoedeisende hulp en de acute verloskundige zorg die ook voor omliggende gemeenten zoals bijvoorbeeld Urk van groot belang is. In de toekomst moet de provincie zoeken naar mogelijkheden om samen met de gemeente een rol hierin te spelen. Het ontwikkelen van regionale zorgtafels waarbij tweede-, eerste- en nuldelijns zorg worden betrokken is daarbij een belangrijke eerste stap.

De rol van de provincie op dit gebied blijft: samenbinden, aansturen en kennis delen in de taken waar de provincie het verschil kan maken. Dit is wat ons betreft een belangrijk onderdeel van een krachtige en vitale samenleving die omziet naar elkaar.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • De provincie kan een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van regionale samenwerking tussen gemeenten, bijvoorbeeld om specialistische of identiteitsgebonden jeugdhulp te kunnen behouden.
  • De ChristenUnie wil dat Lelystad een compleet ziekenhuis behoudt, inclusief 24/7 spoedeisende hulp en de acute verloskundige zorg die ook voor omliggende gemeenten zoals bijvoorbeeld Urk van groot belang is.
  • De provincie stelt een sociale agenda op binnen de omgevingsvisie (krachtige samenleving) met daarin aandacht voor jeugd, ouderen, gehandicapten, vrijwilligers en (jonge) mantelzorgers, asielzoekers, allochtonen en de bestrijding van armoede.
  • Het ondersteunen van regionale platforms waar kennis en expertise gedeeld wordt, waaronder voor GGZ, mantelzorgers, patiënt participatie en het tegengaan van eenzaamheid.
  • Ondersteuning van vrijwilligersorganisaties. Projecten voor vrijwilligers kunnen aanspraak maken op een financiële bijdrage van de provincie. (zie ook fonds leefbaarheid).
  • Het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting.

De provincie vraagt bij gemeenten aandacht voor de effect dat de energietransitie kan hebben op het vergroten van de (inkomens)ongelijkheid en probeert dit waar, mogelijk, te voorkomen.

2.6 Sport

Visie van de ChristenUnie

Sport is een mooie manier om door God gegeven talenten te ontwikkelen en de volksgezondheid te bevorderen. Sport is een praktische manier om te leren respectvol met elkaar om te gaan.

Sport is niet direct een provinciale taak maar is wel van belang bij een gezonde samenleving waaraan mensen kunnen deelnemen, ook in de vorm van sportbeoefening. De provincie kan een stimulerende en ondersteunende rol op het terrein van de (breedte)sport en gehandicaptensport of talentontwikkeling hebben. Bijvoorbeeld als er op dit gebied samen gewerkt moet worden tussen gemeenten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het afstemmen van accommodaties (wat komt waar) en het stellen van prioriteiten bij het geven van subsidies voor sportactiviteiten.

Voor het ondersteunen van de topsport ziet de ChristenUnie geen bijdrage weggelegd voor de provinciale overheid. De ChristenUnie wil geen overheidsgeld inzetten bij het deelnemen (financieel of anders) aan grootschalige (internationale) sportevenementen die qua uitstraling het niveau van de provincie overstijgen.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • Het ondersteunen van gemeenten bij het afstemmen van hun sportaccommodaties (bijvoorbeeld sporthal versus zwembad).
  • Het stimuleren van lokale overheden om zich (gezamenlijk) actief in te zetten voor gehandicaptensport.
  • Het investeren in jong sporttalent van de provincie bij grootschalige sportevenementen (nationaal en internationaal) die overheidsgeld ontvangen. Vooraf moet duidelijk zijn hoe zij zich hierdoor verder kunnen ontwikkelen.
  • De zondag is voor ons een rustdag grote sportevenementen horen daar niet bij.

2.7 Vluchtelingen

Visie van de ChristenUnie

We zijn gezegend met een land waar vrede heerst. Daarom vluchten jaarlijks duizenden mensen naar Nederland omdat ze in hun eigen land vervolgd worden vanwege hun afkomst, geloof, politieke overtuiging of geaardheid. Gemeenten zijn verplicht een bepaalde hoeveelheid vluchtelingen opvang te bieden. De provincie houdt in de gaten of gemeenten aan deze verplichting voldoen en zet zich in om de samenwerking tussen gemeenten te bevorderen. Gemeenten hebben een taak om vluchtelingen met een status te huisvesten en mee te laten doen in de samenleving. Wij vinden het meedoen in de samenleving een belangrijk element want dan pas integreer je ook echt, dit kan op allerlei manieren maar vrijwilligerswerk is daarbij ook van belang. Bij het meedoen hoort beheersing van de Nederlandse taal. We verwachten dat statushouders zich hiervoor inspannen.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • Het is belangrijk dat gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen en vluchtelingen goede en passende opvang krijgen. Waar noodzakelijk vervult de provincie een ondersteunende rol.
  • Het steunen van projecten die asielzoekers helpen om mee te doen in onze samenleving, met extra aandacht voor jeugdige asielzoekers.
  • Bij grote toestroom van vluchtelingen zet de provincie zich in om samenwerking tussen gemeenten bij de opvang te stimuleren.

 [2] https://www.flevoland.nl/dossiers/agenda-vitaal-platteland/fonds-leefbaarheid

Naar boven

3. Landbouw, natuur en visserij

3.1 Volhoudbare landbouw

Visie van de ChristenUnie

De ChristenUnie heeft hart voor boeren, tuinders en vissers. De ChristenUnie wil naast deze ondernemers in deze sectoren staan en niet tegenover hen. Het zijn de ondernemers die zorgen voor de productie van gezond en goed voedsel en die een belangrijke bijdrage leveren aan het beheren en onderhouden van het landschap. Zij werken in sectoren die naar hun aard een nauwe relatie met de schepping hebben. Iedereen, zowel ondernemers als burgers, draagt een verantwoordelijkheid in het produceren en consumeren van voedsel en in het bebouwen en bewaren van de aarde. De ChristenUnie zet zich in voor sterke en gezonde sectoren die verbonden zijn met de samenleving, zodat er draagvlak en waardering is voor deze sectoren.

De ChristenUnie zet zich ook in Flevoland in om de landbouwsector te transformeren naar ‘volhoudbare landbouw’. Met andere woorden; landbouw die bijdraagt aan een duurzame voedselvoorziening, die zorgdraagt voor het in stand houden en/of verbeteren van de biodiversiteit en het klimaat en tegelijkertijd economisch rendabel is. Een hoge biodiversiteit is van levensbelang voor de bestuiving van allerlei gewassen, voor een rijk bodemleven en een hoge de bodemvruchtbaarheid. Volhoudbare landbouw gaat uit van ecologische, economische en sociale waarden.

Om volhoudbaar te zijn, dient de landbouwsector ook klimaatneutraal en circulair (kringlooplandbouw) te worden, gericht op het optimaal inzetten en hergebruiken van grondstoffen en producten en het zoveel mogelijk voorkomen van reststoffen, afval en schade aan het milieu.

De intensieve veehouderij staat voor een grote uitdaging om te voldoen aan de nieuwste eisen op gebied van dierenwelzijn. De ChristenUnie verwacht van ondernemers dat zij aan wettelijke normen voldoen, maar geeft ondernemers daarvoor wel tijd en ruimte. Deze ruimte bestaat ook uit fysieke ruimte door erfvergroting. Voor nieuwe bedrijven geldt dat zij, in aanvulling op de geldende milieuvoorschriften, maximaal één bouwlaag mogen beslaan en er geen sprake kan zijn van nieuwe solitaire bedrijven. Met deze voorschriften is intensieve veehouderij als tweede bedrijfstak op bestaande (gemengde) bedrijven mogelijk.

De ChristenUnie wil de landbouw ondersteunen om zo, samen met boeren,  de natuur te versterken. Vanuit deze gedachte is de ChristenUnie een groot voorstander van de volhoudbare landbouw, welke volgens de ChristenUnie bouwt op:

  • eerlijk verdienmodel voor de boer zodat maatschappelijke baten ook daadwerkelijk vertaald worden in verdiensten voor de boer
  • toekomstgericht, door steun aan jonge boeren
  • betere verbinding tussen boeren en burgers, kortere ketens
  • functionele biodiversiteit
  • bevorderen van (wilde) flora en fauna op boerenland, zoals boerenlandvogels, onder meer door natuur- en landschapsbeheer te vergoeden
  • behoud van landschaps- en cultuurhistorische elementen
  • verkleinen van de negatieve effecten van de landbouw op natuurwaarden in de omgeving. Onder meer door ruim baan te geven aan niet-chemische gewasbescherming.

De transitie naar een circulaire, klimaatneutrale en volhoudbare landbouw (al dan niet aangevuld met maatschappelijke diensten) die ook economisch rendabel is, is een proces van lange adem. Er bestaat geen blauwdruk voor de weg daar naar toe. Maar nu al zijn er veel initiatieven en innovaties, die stappen in de goede richting vormen. De provincie kan die initiatieven stimuleren en de partners faciliteren die daaraan werken. 

  • Een provincie zijn die jonge boeren ondersteunt zodat deze in ons land een goede toekomst kunnen opbouwen.
  • Het creëren van randvoorwaarden om een goede bedrijfsvoering mogelijk te maken.
  • Blijvende aandacht vragen en ondersteuning bieden voor innovatie in de landbouw, vooral als het gaat om het sluiten van kringlopen en het tegengaan van bodemdaling.
  • Boeren krijgen een adequate vergoeding voor natuur- en landschapsbeheer en weidevogelbeheer, de administratieve lasten moeten laag zijn.
  • Stimuleren van agrarische natuurverenigingen ofwel collectieven die de ‘volhoudbare landbouw’ praktisch invullen.
  • Experimenten stimuleren met akkerranden boordevol akkerkruiden, strokenteelt, precisielandbouw en nieuwe technologie met robots. Gebruik alle innovaties om te komen tot een ‘volhoudbare landbouw’.
  • Schaalvergroting willen wij mogelijk blijven maken daarbij moet ook worden gekeken naar de bijdrage die het levert aan het vergroten van de duurzaamheid en het dierenwelzijn.
  • Toekomstgericht landbouwonderwijs bevorderen: onderwijs dat niet achterloopt op de innovatieve ontwikkelingen. We moeten met onderwijsorganisaties de ‘best practices’ delen.
  • Een robuuste ecologische hoofdstructuur, die wordt gekoppeld aan de bijbehorende landschappelijke hoofdstructuur.
  • Het belonen van Groene en Blauwe diensten[3] met landschapselementen en zorgen dat dit in de bedrijfsvoering wordt geïntegreerd. We moeten waarde toekennen aan landschapsstructuren, met een soort puntensysteem.
  • Nadenken over manieren om leegstaande en leegkomende boerderijen te herbestemmen, waardoor de leefbaarheid en kwaliteit van de leefomgeving gewaarborgd blijft.
  • Een integrale aanpak van de stikstofproblematiek. Dit probleem moet bij de bron worden aangepakt. Om de stikstofdepositie op natuurgebieden terug te brengen, wordt de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) voortgezet. Maatregelen die ingezet worden, moeten gaan leiden tot een vermindering van de neerslag van schadelijke stoffen op het land (zoals stikstof).  De plannen voor effectgerichte maatregelen moeten worden afgerond en uitgevoerd. Monitoring van de daadwerkelijke neerslag van schadelijke stoffen en eventuele bijstelling van de plannen is essentieel.

3.2 Robuuste natuur 

Visie van de ChristenUnie

De ChristenUnie wil dat ook volgende generaties kunnen genieten van de grootsheid van Gods schepping. Juist in de natuur herkennen we die grootsheid. Als we de natuur geweld aandoen, schaden we onszelf en onze leefomgeving.

Overal om ons heen zien we dat milieuvervuiling de natuur aantast, dat de biodiversiteit (soortenrijkdom) onder druk staat en dat natuur vaak in de verdrukking komt door economische activiteiten. Recente onderzoeken maken duidelijk dat vooral bijen en andere insecten sterk achteruit zijn gegaan, terwijl die van levensbelang zijn voor de bestuiving van gewassen. Ook het aantal boerenlandvogels neemt nog steeds af. De natuur levert schoon drinkwater en allerlei andere ‘ecosysteemdiensten’, waarvan de waarde moeilijk in geld is uit te drukken, maar die wel van levensbelang zijn. De ChristenUnie zet zich daarom in voor de versterking van de natuur en het stoppen van de afname van biodiversiteit.

De ChristenUnie vindt het belangrijk dat er zorgvuldige regels zijn die de natuur beschermen, de belangen van de natuur afwegen tegen andere belangen, en die samenhang te creëren met de verduurzaming van de economie en het tegengaan van klimaatverandering.

De rijksoverheid heeft het natuurbeleid gedecentraliseerd naar de provincies, die nu met een gebiedsgerichte aanpak invulling kunnen geven aan het natuurbeleid. Het  Natuurnetwerk Nederland (NNN), met daarin de Natura 2000 gebieden, is een samenhangend netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. De provincie heeft als doel dit netwerk te ontwikkelen. De beheerders en eigenaren van deze terreinen zijn de belangrijkste partners voor dit natuurbeleid en voor behoud van de soortenrijkdom.

Een goed natuurbeleid kan niet zonder langjarige kaders voor doelen en vergoedingen, een adequate ruimtelijke sturing, een passende beloning voor geleverde diensten, en een intensieve samenwerking tussen overheid, terreinbeherende organisaties, boeren en particulieren.

De Oostvaardersplassen en het Nationaal Park Nieuw Land zijn belangrijke natuurgebieden in de provincie Flevoland. Goed en verantwoord beheer van deze gebieden is een grote verantwoordelijkheid, het ontwikkelen van deze gebieden is in de komende jaren een belangrijke opgave. Hierbij zijn natuurwaarden, biodiversiteit en zorgvuldig beheer uitgangspunten voor de ChristenUnie. 

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn: 

  • Extra investeren in natuur en bijbehorende waterkwaliteit, voor de toekomst van de schepping en onze kinderen.
  • Hoge prioriteit geven aan voor het Deltaplan Biodiversiteit, waar natuur- en landbouworganisaties samenwerken, onder meer in het tegengaan van de zorgelijke achteruitgang van het aantal insecten.
  • Bijdragen aan een snelle afronding van het Nationaal Natuur Netwerk. Het doel van een kwalitatief goed functionerend Nationaal Natuur Netwerk blijft recht overeind en robuuste ecologische verbindingszones zijn nodig om, waar nodig, natuurgebieden met elkaar te verbinden.
  • Bescherming van de Natura2000 gebieden, waarvoor we een internationale verantwoordelijkheid dragen. De kernkwaliteiten van de Nederlandse landschappen en aardkundige monumenten verdienen een wettelijke bescherming. In de Omgevingsvisie worden de waarden van stilte en duisternis veiliggesteld.
  • Toegankelijke natuur, een fijnmazig netwerk van fiets- en wandelpaden is belangrijk;
  • Een betere samenhang van natuur- en klimaatbeleid: klimaatadaptatie krijgt de juiste prioriteit in het natuurbeleid.
  • Het succesvolle programma Nieuwe natuur wordt afgerond en krijgt een plek binnen het reguliere natuurbeleid.
  • Hoge prioriteit geven aan de bestrijding van exoten (bijvoorbeeld de berenklauw en de Japanse duizendknoop), omdat invasieve soorten voor een miljarden schade zorgen.
  • Uitvoeren van het Deltaplan voor de boerenlandvogels. Uit natuurrapportages blijkt dat het vooral slecht gaat met weidevogels en akkervogels. De rijksoverheid wil de bescherming van weidevogels een extra stimulans geven en de ChristenUnie wil daarop inspelen.

3.3 Bodemdaling

Visie van de ChristenUnie

De bodemdaling in Flevoland lijkt een zwaar onderschat probleem. Met de inpoldering van Flevoland kwam ook de inklinking van de bodem op gang. Door ontwatering en belasting van de gronden zijn de veenpakketten op sommige plaatsen inmiddels decimeters ingezakt. Er dreigt een enorme schade aan gebouwen en aan infrastructuur door het langdurig verlagen van het waterpeil en toenemende klimaatschommelingen zoals de extreme droogte in de zomer van 2018. De oxidatie van het veen die het gevolg is van een lagen waterstand levert een enorme bijdrage aan de klimaatopwarming, want grote hoeveelheden koolstof uit de bodem komen in de atmosfeer.

De ChristenUnie is van mening dat we fundamenteel anders moeten gaan werken om ze de bodemdaling flink te vertragen, zo mogelijk zelfs te stoppen. We moeten nadenken op welke wijze we de bodemdaling kunnen tegengaan (onderwaterdrainage) en in andere gevallen moeten we ruimte bieden om te experimenteren met andere teelten.

Juist voor noordelijk Flevoland moeten we verder gaan met een integrale bodemaanpak, deze  bestaat uit verkenningen naar de problemen en mogelijke oplossingen rondom bodemdaling op korte en lange termijn. Op korte termijn verwachten de overheden dat het huidige landgebruik met optimalisatie op de kavel en in het watersysteem kan worden voortgezet. Op middellange termijn moet er rekening gehouden worden met nattere omstandigheden.

In de Omgevingsvisie moet de provincie voor de lange termijn ingrijpende keuzes maken.

  • Communiceren dat onderbemaling een grens kent en het waterpeil in veel gebieden verhoogd zal moeten worden om aan de klimaat- en veiligheidsdoelstellingen te kunnen voldoen.
  • Onderzoeken of het uitbreiden van aanleg van onderwaterdrainages ook voor Flevoland noodzakelijk is.
  • Stimuleren van het opbouwen van economische ketens waardoor “natte teelt” voor landeigenaren een haalbare keuze wordt.
  • In overleg met alle belanghebbenden gebiedsgerichte plannen maken waarin wordt beschreven op welke manier de bodemdaling per gebied kan worden tegen gegaan.
  • Het ontwikkelen van innovatieve methodes om de bodem weer te laten stijgen, zoals teelt van veenmos.
  • Het oplossen van knelpunten in de waterveiligheid die ontstaan door de bodemdaling.

3.4 Stad-landrelaties

Visie van de ChristenUnie

De ChristenUnie wil zich inzetten voor een goede samenwerking tussen de landbouwsector en de ondernemers en inwoners van het stedelijk gebied. Wij vinden het belangrijk dat onze inwoners in stedelijke gebieden zich bewust zijn van waar hun voedsel vandaan komt, wat er in de landbouwsector speelt en waarom er bepaalde keuzes worden gemaakt.

Wij zijn van mening dat de landbouwsector de relatie stad-land flink kan versterken. Het stedelijk gebied in de omgeving is steeds belangrijker als afzetgebied. Veel stedelingen hebben een eerlijke prijs over voor producten uit de buurt met een aansprekend verhaal en ze stellen steeds hogere eisen aan dierenwelzijn en landschappelijk schoon. Het draagvlak bij (kritische) burgers kan toenemen als er meer zicht is op de landbouw en de dillema’s die er spelen. De nadruk komt meer te liggen op korte ketens en op samenwerking tussen producenten bij het vermarkten van producten. Stadslandbouw kan hierbij ook een belangrijke rol spelen. De kansen die de Floriade hierbij biedt moeten wij ook benutten, ook nadat de Floriade heeft plaatsgevonden, in die zin kan de Floriade een belangrijk vliegwiel zijn voor toekomstige ontwikkelingen op dit gebied.

In vrijwel alle regio’s liggen er kansen voor de landbouw in het zoeken van een sterke verbinding met de stad, niet alleen voor de afzet van hoogwaardige voedselproducten, ook voor verdere verbreding. De groei van het aantal inwoners betekent een groeiende stroom mensen die er in hun vrije tijd op uit trekken. Deze vrijetijdseconomie  vergt een aantrekkelijk agrarisch landschap, met vooral grondgebonden landbouwbedrijven die passen bij de schaal van het cultuurhistorisch waardevolle landschap.

De inwoners van steden hebben ook belang bij schoon drinkwater en klimaatbestendig waterbeheer, dus ze zullen van alle sectoren steeds meer maatregelen gaan vragen om klimaatopwarming tegen te gaan.

In Flevoland zijn stad en platteland met elkaar verbonden, er is sprake van wederzijdse afhankelijkheid, ook al wordt dit niet altijd zo gevoeld. Om deze verbinding beter zichtbaar te maken moet geïnvesteerd worden in deze relatie. Dat kan door producten in de regio te verkopen, maar ook door stedelingen meer mogelijkheden te bieden om hun ontspanning in de natuur in hun eigen omgeving te bieden. Dit kan bijvoorbeeld door het Wandelnetwerk in Flevoland uit te breiden en goed op de kaart te zetten.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn: 

  • Het stimuleren van de oprichting van nieuwe coöperaties waarin boeren en tuinders zich kunnen verenigen om samen sterk te staan tegenover de machtige inkooporganisaties en supermarkten.
  • Het oprichten van regionale voedselmarkten, met gebiedscoöperaties die het voedsel rechtstreeks van boeren naar burgers loodsen.
  • Het stimuleren van streekfondsen: agrarisch natuurbeheer is niet alleen van boeren, maar vraagt ook betrokkenheid van burgers en bedrijven.

Uitbreiding van het Wandelnetwerk in de provincie Flevoland, denk hierbij ook aan het initiatief “Op de kuierlatten[4].

3.5 Faunabeheer en jacht

Visie van de ChristenUnie

De ChristenUnie vindt dat het verantwoord is om jacht toe te staan als onderdeel van goed faunabeheer. Het is een illusie dat we de natuur in Nederland helemaal de vrije hand kunnen geven. Beheer van flora en fauna is nodig om te voorkomen een populatie de draagkracht van een gebied te boven gaat. Hierbij dient jacht niet als een sluitstuk te worden gezien, maar als een integraal onderdeel van een pakket maatregelen dat het beheer van een natuurgebied nodig heeft. De discussie over de beste vorm van faunabeheer moet starten bij de draagkracht van een gebied, en de vraag hoeveel schade en natuurlijke sterfte door voedseltekorten we accepteren. De uitkomst daarvan is bepalend voor beheersmaatregelen, waarvan de jacht er één is.

Wij staan achter het beleid dat Provinciale Staten in juli 2018 heeft vastgesteld met betrekking tot het beheer en de visie op de Oostvaardersplassen (rapport Van Geel).

We hechten daarbij aan transparantie in organisatie en uitvoering. De huidige structuur in Flevoland waarbij er sprake is van een Fauna Beheer Eenheid (FBE) en maar één Wildbeheer Eenheid (WBE) voor heel Flevoland is onwenselijk. Er moet sprake zijn van planmatig beheer op basis van tellingen vooraf en verantwoording achteraf.

Het vernietigen van geschoten wild is een onacceptabele vorm van voedselverspilling. Planmatig beheer door afschot moet hand in hand gaan met benutten van vlees. De ChristenUnie daagt jagers uit om ervoor te zorgen dat geschoten wild ook voor menselijke consumptie kan worden gebruikt.

Het melden van wildschade moet laagdrempelig kunnen plaatsvinden. De recent aangenomen motie die mede door de ChristenUnie is ingediend, waarbij een statiegeldregeling is ontwikkeld voor schademeldingen juichen wij toe.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • Een strikte bescherming voor wilde ganzen (die bij ons overwinteren) en een doordachte bestrijding van verwilderde ganzen (die bij ons overzomeren).
  • Het tegengaan van voedselverspilling en daardoor het mogelijk maken dat geschoten wild ook voor menselijke consumptie kan worden gebruikt.
  • Ondersteuning van de aanpak van verwilderde katten in Flevoland.
  • Transparante structureer van Fauna beheer en Wild beheer.
  • Een goede registratie van het aanwezige wild in Flevoland
  • Voldoende menskracht voor vergunningverlening en handhaving.

3.6 Glastuinbouw

Visie van de ChristenUnie

De glastuinbouw is van belang voor Flevoland. De ChristenUnie zal deze sector ondersteunen en innovatieve ontwikkelingen stimuleren die de duurzaamheid vergroten. Samen met de sector wordt gezocht naar innovatieve oplossingen en mogelijkheden. In het kader van Greenport ontwikkelingen wordt actieve Europese steun gezocht voor innovatie, transport en arbeid. Tegelijkertijd wordt de glastuinbouw ook gewezen op haar verantwoordelijkheid om de impact op de omgeving te verminderen, door aandacht voor schone productie en door de lichthinder flink te verminderen.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn: 

  • Clustering en schaalvergroting dient een bijdrage te leveren aan de verdere verduurzaming van de glastuinbouw.
  • Glastuinbouwers verdienen onze steun, in onze provincie moeten we ook oog blijven houden voor de wat kleinere bedrijven en de uitdagingen waar zij voor staan.
  • Inzetten op het versterken van de innovatieve kracht van de glastuinbouw op de terreinen van teelt, transport, onderzoek, kennis en arbeid.
  • Het creëren van randvoorwaarden om een goede bedrijfsvoering mogelijk te maken.
  • Geothermie kan een goed alternatief zijn voor de warmtebehoefte in de glastuinbouw. De provincie stimuleert het onderzoek en de toepassing daarvan.

Nieuwe kassencomplexen moeten klimaatneutraal zijn en niet meer afhankelijk zijn van fossiele energie.

3.7 Visserij

Visie van de ChristenUnie

De visserij en visverwerking zijn belangrijk voor Flevoland en in het bijzonder voor Urk. Verduurzaming van de visserij is vanuit ecologisch en economisch perspectief belangrijk. Daar waar subsidies beschikbaar zijn (bijvoorbeeld binnen de Europese Unie) levert de provincie een passende cofinanciering om de visserijsector duurzaam te versterken. Het is een taak van de provincie om samen met andere overheden de sector te steunen om deze belangrijke economische sector binnen Flevoland overeind te  houden. Hierbij wordt samen opgetrokken met de andere visserijgemeentes en de Noordzee-provincies.

De ontwikkelingen rond de Brexit vinden wij zeer zorgelijk, zeker als we kijken welke effecten dat voor de Urker gemeenschap kan hebben. Het afsluiten van Engelse visgronden en de effecten die dat kan hebben voor de vloot kunnen wij op dit moment nog niet overzien.

Samen met de gemeente Urk maken wij ons sterk voor de visserij in Brussel eventuele ontwikkelingen zullen wij samen met de gemeente Urk bekijken en mogelijke stappen in zetten.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • Goed nautisch onderwijs in de provincie is van belang
  • Een sterke visserijsector, waarbij vissers, verwerking en handel nauw samenwerken om op een bedrijfseconomisch en ecologisch verantwoorde manier resultaten te behalen en de werkgelegenheid te kunnen waarborgen.
  • Een actieve lobby in Den Haag en Brussel in het belang van de visserij, handel en verwerkende industrie.

Ruimte bieden aan sectorgebonden industrie in de nabijheid van Urk.


[3] Dit zijn maatschappelijke diensten die grondeigenaren leveren aan de maatschappij. Denk aan het aanleggen, beheren en onderhouden van landschapselementen op hun gronden, waarmee een fraai landschap ontstaat.
[4] Onder de noemer 'Op de kuierlatten' zijn op initiatief van Flevolandse boeren dertien verrassende wandelroutes over boerenerven, akkers en weides uitgezet.

Naar boven

4.Energie en klimaat

Visie van de ChristenUnie

Het provinciale energie- en klimaatbeleid van de ChristenUnie staat in het teken van de Bijbelse opdracht om te bouwen en te bewaren. Wij zijn geen verbruikers van de schepping, maar beheren deze in het besef dat we met respect om moeten gaan met de schepping zodat we haar op een goede manier door kunnen geven aan volgende generaties met andere woorden; goed rentmeesterschap.

Rentmeesterschap is daarmee een kernwaarde van de ChristenUnie. Dit vraagt van ons dat we de aarde niet uitputten of overbelasten. We houden steeds voor ogen dat ontwikkelingen een duurzame bijdrage moeten leveren voor deze generatie en toekomstige generaties.

De provincie kan op de volgende aspecten bijdragen aan een zorgvuldige omgang met de aarde:

  1. Verminderen CO2uitstoot
  2. Opwekking duurzame energie
  3. Betere luchtkwaliteit (oa terugdringen van fijnstof)
  4. Aanpassen aan veranderend klimaat

De energietransitie waarbij we steeds minder afhankelijk worden van gas en elektriciteit uit fossiele brandstoffen, maar meer en meer gebruik gaan maken van groene, duurzame stroomvoorzieningen zoals wind- en zonne-energie,  en het voldoen aan het klimaatdoelstellingen hebben grote economische gevolgen. Er zullen veel kosten gemaakt worden, maar tegelijkertijd zal het voor veel nieuwe werkgelegenheid zorgen. De provincie Flevoland draagt er, bij de uitwerking van het beleid, zorg voor dat alle inwoners uit alle lagen van de bevolking kunnen profiteren van deze transitie. Tegelijkertijd zorgt de provincie er in haar beleid zoveel mogelijk voor dat de energietransitie niet bijdraagt aan het vergroten van de economische ongelijkheid.


4.1 Verminderen uitstoot van broeikasgassen

De provincie zet vol in op energiebesparing. De hoeveelheid opgewekte duurzame energie is voorlopig immers beperkt en een aanzienlijk deel van de energieopwekking gaat daarom gepaard met CO2uitstoot. De ChristenUnie heeft de ambitie dat in 2050 het finale CO2uitstoot in Flevoland is teruggebracht en Flevoland ook energieneutraal is. Dit moet ook realistisch zijn en daarom streven we ernaar om 2030 meer dan de helft van de uitstoot terug te hebben gebracht. De huidige stappen die worden gezet en zijn opgenomen in de Flevolandse Energieagenda (FEA) onderstrepen wij en wij vinden de uitvoering daarvan een hoge prioriteit.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • De provincie gaat verder met een integrale aanpak van energiebesparing in de industrie door advisering en handhaving. Daarbij werkt zij samen met andere partijen zodat de effectiviteit van de inzet vergroot wordt.
  • De provincie werkt in overleg met gemeenten aan instrumenten om het energiezuiniger maken van gebouwen/woningen te versnellen. Onderdelen daarvan zijn:
    • De provincie ijvert voor gebouw gebonden financiering voor energiebesparende verbeteringen.
    • De provincie zorgt dat er ook bij de ontwikkeling van duurzaam beleid met bijvoorbeeld wordt gekeken of huurders er ook van (kunnen) profiteren.
    • Bij energiebesparende renovatie is het doel om zo snel mogelijk een energieneutraal gebouw te krijgen. Alle maatregelen moeten hierop gericht zijn. Tussenstappen mogen er niet voor zorgen dat het einddoel verder naar voren wordt geschoven.
    • De provincie stimuleert met de Human Capitol de opleiding van vakmensen (duurzame installateurs, bouwwerknemers met kennis van isolatie, technici) om de maatregelen uit te voeren.
    • De provincie voorkomt dat woningbouwverenigingen G-label woningen verkopen in plaats van renoveren, bijvoorbeeld door in de prestatieafspraken op te nemen dat alleen woningen met minimaal een A-label verkocht mogen worden.
  • De provincie zorgt ervoor dat haar fondsen voor energie en innovatie toegankelijk zijn (bijvoorbeeld door een lage rente te vragen) zodat projecten gerealiseerd kunnen worden die niet met behulp van commerciële geldverstrekkers van de grond komen.

 De provincie werkt aan de afbouw van het gebruik van fossiele brandstoffen.

  • De provincie coördineert de ontwikkeling van regionale plannen (RES Regionale Energie Strategie) voor andere energiebronnen voor de verwarming van gebouwen dan aardgas (warmtetransitie).
    • Regionale warmtenetten worden toekomstbestendig ontwikkeld: ze mogen uiteindelijk geen CO2uitstoot veroorzaken.
    • Nieuwbouw wordt niet meer aangesloten op aardgas, in de bestaande bouw wordt ingezet op een ambitieuze warmtetransitie
    • Initiatieven voor alternatief gebruik van het bestaande gasnetwerk wordt ondersteund.
  • De ChristenUnie staat voor duurzaam vliegverkeer en Lelystad Airport kan daar ook een voorbeeldfunctie in vervullen en de provincie zal initiatieven daarvoor ook stimuleren.
  • De provincie stimuleert vervoer dat gebruik maakt van hernieuwbare brandstoffen.
    • De provincie draagt bij aan pilots en subsidies voor vrachtverkeer op alternatieve energiebronnen.
    • De provincie stimuleert de elektrificatie van de binnenvaart.
    • Walstroom[5] in binnenhavens wordt bevorderd en gezamenlijk met het Rijk wordt gewerkt aan walstroom voor grote schepen (cruise, ferry).

De provincie integreert de effecten op uitstoot van broeikasgassen in haar beleid.

  • De provincie maakt in haar plannen inzichtelijk wat het verwachtte effect is van de voorstellen op de uitstoot van broeikasgassen
  • De provincie stimuleert een transitie van de landbouw die leidt tot minder oxidatie van de bodem (zie verder Natuur en Landbouw).

De provincie geeft zelf het goede voorbeeld in het reduceren van de CO2uitstoot.

  • Er is een concreet actieplan om de eigen gebouwen klimaatneutraal te hebben.
  • Er wordt een actieplan ontwikkeld om de hele provinciale organisatie klimaatneutraal te laten zijn.
  • Nieuwe provinciale infrastructuur wordt waar mogelijk klimaatneutraal aangelegd.
    • Bijvoorbeeld door geluidsmaatregelen en duurzame energieopwekking te combineren.


4.2 Opwekking duurzame energie

De provincie ontwikkelt realistisch en concrete plannen om de opwek van duurzame energie in de provincie in lijn te brengen met doel van het Parijs-akkoord om in 2050 klimaatneutraal te zijn.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • Het regioplan wind wordt verder uitgevoerd en gerealiseerd en is uitgangspunt voor het aantal windmolens..
  • De provincie zet in op een brede mix van opwekmogelijkheden, van wind op land, geothermie (aardwarmte) en zonneparken.
  • Voedselproductie krijgt voorrang boven energieopwekking; om concurrentie tussen beide te voorkomen neemt de Provincie regie en gaat in overleg met gemeenten of partners waardoor zonnepanelen op gebouwen, industrie en “wachtgebieden” of “pauzelandschappen” voorrang hebben op landbouwgrond.
  • De provincie zorgt er voor dat risico’s en veiligheidsaspecten van duurzame energieopwekking (denk bijvoorbeeld aan de effecten van geothermie op de bodem en het grondwater) goed in kaart zijn gebracht en dat risico’s binnen aanvaardbare grenzen blijven.
  • De provincie Flevoland is een provincie waar geen ruimte is voor schaliegas

 De provincie neemt regie in de ruimtelijke inpassing energieopwekking.

  • De provincie organiseert “regionale energietafels” om afstemming tussen gemeenten, waterschappen en netbeheerders te faciliteren over de manier om aan de energie- en klimaatambities te voldoen.
  • De provincie zorgt voor een goede ruimtelijke en landschappelijke inpassing van duurzame energieopwekking en stelt daarvoor kaders.
  • De provincie kan via subsidieregelingen initiatiefnemers stimuleren om een minder rendabele maar betere landschappelijke inpassing mogelijk te maken.
  • De provincie ontwikkelt in overleg met netwerkbeheerders een kansenkaart voor duurzame energieopwekking, waarmee ze zowel initiatiefnemers als netwerkbeheerders richting geeft.
  • Dubbelbestemmingen van gronden en eisen rondom tijdelijkheid van de installaties zijn mogelijkheden die we willen inzetten om zo het draagvlak te vergroten.

 De provincie communiceert dat de energietransitie noodzakelijk is, veel ruimtelijke impact zal hebben en moeilijke keuzes vergt.

  • De provincie communiceert dat veranderingen in het landschap ten gevolge van de opwek van duurzame energie onvermijdelijk zijn.
  • De provincie ontwikkelt ook ruimtelijke en landschappelijk beleid voor de opslag van energie.

 De provincie zet zich maximaal in om lokaal draagvlak te realiseren (al is een volledig draagvlak een illusie).

  • Omwonenden worden nauw betrokken bij plannen voor windenergie en kunnen meeprofiteren van de voordelen. Mede-eigenaarschap zorgt ervoor dat lusten en lasten eerlijker worden verdeeld.
  • De provincie stimuleert zo veel mogelijk dat gemeenten gezamenlijk plannen ontwikkelen voor regionale opgaven, maar borgt de realisatie van de doelstellingen.
  • Participatie moet meer zijn dan een afkoopregeling.
  • De provincie stelt eisen aan de manier waarop initiatiefnemers samen met de omgeving zoeken naar de beste locatie, vorm en landschappelijke inpassing.
    • Niet grondposities, maar goede inpassing moet leidend zijn
    • Bewoners moeten inspraak kunnen hebben in de locatie
    • Initiatiefnemers worden gevraagd meerdere alternatieven voor te stellen; via   “plaastsingsopties” kunnen ook grondeigenaren van afgevallen locaties delen in de opbrengst.
    • Initiatieven vanuit de lokale gemeenschap krijgen voorrang boven commercieel  gedreven initiatieven.
  • De provincie kijkt samen met gemeenten naar financiële voordelen voor breed gedragen projecten (bijv. korting op leges).
  • De provincie  stimuleert de professionalisering van lokale energiecoöperaties, bijvoorbeeld door het subsidiëren van gezamenlijke regionale of provinciale backoffices.

 De provincie ondersteunt in beleid en in praktische zin de “quick wins”:

  • Er wordt verder beleid ontwikkeld om alle geschikte daken van bedrijfsgebouwen te voorzien van zonnepanelen.
  • Er wordt beleid ontwikkeld om leegstaande industriegebieden en “pauzelandschappen” te gebruiken voor de opwek van zonne-energie. Dit kan door voorwaarden te verbinden aan de aanleg van zonneparken waarbij de pauzelandschappen voor bijvoorbeeld 20 jaar in te zetten zijn als zonnepark.
  • De provincie stimuleert dat gronden zoals parkeerterreinen, waterzuiveringsinstallaties en ruimte langs infrastructuur zo veel mogelijk dubbel gebruikt worden voor de opwekking van zonne-energie. Voor rijks- en provinciale wegen kan als voorwaarde worden gesteld dat geluidsschermen waar mogelijk ook functioneren als energieopwekking.
  • Het inkoopbeleid richt zich op het stimuleren van circulair en CO2-arm produceren.

4.3. Aanpassing aan veranderend klimaat

In de ruimtelijke ordening is het versterken van de klimaatbestendigheid een belangrijk principe.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • De provincie zorgt ervoor dat gemeenten en waterschappen waar dat nog niet is gebeurd in kaart brengen wat de gevolgen van klimaatverandering zijn voor de gehele provincie.
  • De provincie borgt dat plannen worden ontwikkeld voor de bescherming van vitale infrastructuur.

[5] Walstroom is een begrip waarmee wordt aangegeven dat een schip gebruikmaakt van een aansluiting op het elektriciteitsnet van de wal. Varende schepen gebruiken eigen generatoren om elektriciteit op te wekken, maar in de haven is het laten draaien van dieselmotoren onnodig milieubelastend.

Naar boven

5. Ruimte en water

5.1 Inrichting van onze leefomgeving

Visie van de ChristenUnie

De provincie heeft een grote verantwoordelijkheid bij de planning en inrichting van de fysieke ruimte, onze leefomgeving. Wij voelen een grote verantwoordelijkheid om onze ruimte zo in te richten dat we voor toekomstige generaties een goede leefomgeving achter laten. Wij noemen dit Ruimtelijk Rentmeesterschap.

In het ruimtelijk beleid van de provincie vinden wij drie zaken van groot belang: duurzaamheid, sociale kwaliteit en ruimtelijke kwaliteit. Dit betekent dat de ChristenUnie liever ziet dat gebouwen worden hergebruikt of een andere functie krijgen, dan dat er steeds maar meer bij wordt gebouwd. Ook kiezen we ervoor om zoveel mogelijk binnenstedelijk te bouwen en zo min mogelijk te bouwen in het groen. We zoeken we bij bouwprojecten steeds naar een koppeling met energiebesparing en duurzame energieopwekking.

De inrichting van de openbare ruimte moet aansluiten op het eigen karakter van landschappen, dorpen en steden. De omgevingsvisie biedt hiervoor het kader. Het is belangrijk dat de inwoners en/of omwonenden worden betrokken bij de te maken keuzes. Zo zorgen we voor lokaal draagvlak en kunnen inwoners, bedrijven en belangenorganisaties zelf een bijdrage leveren aan de plannen.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • Het bewaken van de scheiding tussen stedelijk en landelijk gebied. Het landelijk gebied is niet zondermeer beschikbaar voor grote, publiek aantrekkende functies.
  • Een beperking van overcapaciteit van bedrijvenlocaties en zorgvuldig ruimtegebruik.
  • Wij willen niet dat de overheid op de stoel van de ondernemer gaat zitten maar dat we hen de ruimte geven om te ondernemen.
  • Een provincie die voorkomt dat gemeenten met elkaar concurreren bij de realisatie van kantoren en bedrijventerreinen. Bouwen voor de leegstand moet worden voorkomen. De ChristenUnie kiest voor het opknappen en herstructureren van verouderde bedrijventerreinen waarbij de grond efficiënter wordt gebruikt.
  • Ruimtelijke functies die primair ingericht worden op een goede bereikbaarheid per openbaar vervoer.
  • Het stimuleren van innovatief en duurzaam bouwen.
  • Het uitdagen van ondernemers om met hun initiatieven bij te dragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit.
  • Een provincie die een actief beleid voert om gemeenten en burgers te betrekken bij het leefbaar houden van kleine kernen en hen een medebepalende rol te geven.
  • Samenwerking tussen stedelijke- en landelijke delen van de provincie: geen tegenstelling!
  • Voor het afstemmen van het voorzieningenniveau op de ontwikkeling van de kernen.
  • Het betrekken van (ruimtelijke) leefbaarheidsvraagstukken bij andere onderwerpen, zoals bijvoorbeeld regionaal openbaar vervoer en economische ontwikkeling.
  • Een visie op ons landschap is een belangrijke bouwsteen voor ons ruimtelijk beleid.
  • Bij het maken van provinciaal beleid wordt de ladder voor duurzame verstedelijking[6] als uitgangspunt genomen.
  • Hergebruik van bestaande gebouwen: Zowel in steden en dorpen (lege kantoren, winkels, maatschappelijk vastgoed en bedrijfsgebouwen) als op het platteland (vrijkomende agrarische bebouwing door stoppende boeren) is veel leegstaand vastgoed. Veel van de nieuwe ruimtevraag kan door hergebruik, transformatie of sloop/nieuwbouw in bestaande panden worden gerealiseerd.
  • De provincie neemt de regierol op bij het opstellen van de Omgevingsvisie waarin we plannen maken hoe we gebieden en regio’s inrichten en welke plannen we voor welk gebied willen ontwikkelen en toestaan. Deze wordt samen met lokale overheden, inwoners, bedrijven en waterschappen ingevuld.
  • Bij ruimtelijke plannen hoort ook een plan voor de opwekking van duurzame energie, klimaatadaptatie en de zorg voor goed waterbeheer.
  • Nieuwbouw van woningen en gebouwen wordt gasloos en energieneutraal. In de bestaande bouw zetten we in op een grootschalige warmtetransitie.
  • Stimuleren van regionale afstemming bij de kantoren- en bedrijventerreinenmarkt.

5.2 Water

Visie van de ChristenUnie
Water is van levensbelang voor mensen, dieren en planten. Een teveel of een tekort aan water vormt al gauw een bedreiging. De ChristenUnie wil dat Nederland een veilig land is en ondersteunt daarom voluit het werk in het deltaprogramma waarin de overheden samenwerken aan het vergroten van de veiligheid. Wij willen daarom dat in de ruimtelijke ordening rekening wordt gehouden met waterveiligheid.

Klimaatdeskundigen verwachten dat de zomers veel droger zullen worden. We moeten dus niet alleen zorgen voor goede dijken, maar ook zoeken naar maatregelen waarmee we droogte kunnen opvangen. Ook moet gedacht worden aan manieren om met waterbeheermaatregelen hittestress in steden en dorpen te verminderen. Samen met het waterschap Zuiderzeeland en gemeenten zoekt de provincie Flevoland maatregelen om water langer vast te houden in het gebied om zo er ook voor te zorgen dat de verzilting van landbouwgrond wordt tegengegaan, net als de verdroging van natuurgebieden.

Waterkwaliteit

Het creëren van schone en ecologisch gezonde watersystemen vereist veel aandacht van de provincie en waterschappen, door onder andere beperking van ongewenste uitstoot van milieuverontreinigende middelen en aanleg van natuurvriendelijke oevers.

De waterkwaliteit voldoet op veel plaatsen nog niet aan de eisen, hoewel het inzamelen en zuiveren van afvalwater al fors is verbeterd. De provincie moet de komende jaren verder werken aan de implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Wij pleiten daarom voor een beleid dat ongewenste verontreiniging van oppervlaktewater en grondwater door bijvoorbeeld mest en medicijnresten voorkomt.

Waterschappen

Landbouw, natuur en bebouwing in een gebied stellen elk hun eigen eisen aan het optimale waterbeheer. De provincie stelt duidelijke regels en normen op om in tijden van droogte de waterschappen te laten zorgen voor voldoende aanvoer van zoet water. Hierbij moeten we steeds de keuze maken tussen verschillende belangen. De agrarische bedrijven moeten genoeg ruimte en mogelijkheden houden om hun bedrijf goed te kunnen laten draaien, maar daarnaast moeten ook de  natuurbelangen worden gediend én de woonfunctie worden ondersteund.

Markermeer en IJmeer

Het gaat steeds beter met het groen-blauwe hart van de Noord-vleugel van de Randstad. Van belang is dat de ecologische kwaliteit van het Markermeer - IJmeer robuust is en genoeg ruimte biedt voor economische ontwikkelingen zoals: ontwikkeling van natuur in combinatie met (verblijfs)recreatie. Op termijn moet er ruimte kunnen zijn, onder voorwaarde van een goede ruimtelijke inpassing, voor het realiseren van IJmeer verbindingen (als onderdeel van de verstedelijking van Noordelijk Flevoland). Ook in de rest van het IJsselmeer gebied is er sprake van een toekomst bestendig ecologisch systeem. Deze natuuropgave is uitgewerkt met speciale aandacht voor de economische ontwikkelingen, zoals het vervoersnetwerk over water met de vergrote sluis bij kornwerd, verdiepte vaargeulen en de nieuwe havens bij Lelystad en Urk.

Samen met het Rijk en de andere provincies wordt geïnvesteerd in deze ecologische en economische kwaliteiten van het Markermeer en IJmeer.  De ChristenUnie vindt  dit belangrijk, maar wil wel dat ecologie en gebruik waar mogelijk hand-in-hand gaan. Natuurontwikkeling mag daarom gecombineerd worden met recreatief gebruik; verbetering van de waterkwaliteit  en  instandhouding  van de beroepsvisserij moeten elkaar ook niet uitsluiten.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • In samenwerking met de waterschappen werken we aan goede dijken en waterkeringen, aan goede ruimtelijke ordening en ook aan goede rampen- en evacuatieplannen.
  • Het samen met betrokken bewoners en waterschappen zoeken naar concrete oplossingen om te komen tot waterberging in gebieden waar dat nodig is.
  • Dijken en keringen die worden aangepast, en waarbij nu alvast rekening wordt gehouden met de gevolgen van klimaatverandering en de toekomstige (wettelijke) normen.
  • Een volledige implementatie van de KRW (Europese Kaderrichtlijn Water) in deze periode; eventuele achterstanden worden via een inhaalslag bijgetrokken tot het benodigde niveau.
  • De ambitie dat het water uiterlijk in 2027 aan de kwaliteitseisen van de Kader Richtlijn Water voldoet.
  • Het streven naar grote peilvakken, waarin het uitgangspunt ‘functie volgt peil’ geldt.
  • Het waterverziltingsprobleem aanpakken door een combinatie van waterbeheermaatregelen, teelt van geschikte gewassen die de waterverzilting tegen gaan én door onderzoek naar gewassen die gedijen in zilte omgevingen.
  • Bij het opstellen van de omgevingsvisie wordt steeds uitgebreid aandacht besteed aan goede opvang en beheer van water. Zo zorgen wij ervoor dat onze omgeving voorbereid is op de klimaatveranderingen (meer clusterbuien / langer intense droogte tijden = hitte en droogte stress bestendig).
  • Voor een goed waterbeheer en watergebruik is een integrale aanpak van landbouw, weidevogelbeleid, natuurbeheer, oeverbeheer en waterbeheer nodig.
  • Een evenwichtig waterbeheer waarbij per gebied gekeken wordt naar de belangen van de agrarische sector, natuurbelangen en wonen.
  • Een heldere kaderstelling zodat waterschappen hun taak kunnen uitvoeren.
  • Goede afstemming met gemeenten en waterschappen bij de planning van nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen.
  • Provincies zoeken naar ‘koppelkansen’, om bij projecten door waterschappen ook direct natuurdoelen en recreatievoorzieningen te realiseren.

5.3 Landschap

Visie van de ChristenUnie

“Het kenmerkende polderland van Flevoland kent geen gelijke onder de vierduizend polders die Nederland rijk is. Flevoland is het product van de traditie van de fine art of landmaking.” aldus landschapsarchitect Adriaan Geuze. 

De afgelopen jaren zijn er diverse aanpassingen gedaan aan het landschap vanuit doelmatigheid. Als we doorgaan op de huidige weg verwatert de grootsheid van dit imposante ingenieurslandschap van wereldfaam; waarin de openheid, de lange lijnen, de groene erven en de karakteristieke verschillen tussen de drie polders zichtbaar zijn.

Dit is het moment voor de provincie Flevoland om positie te nemen en de wereldwijd geroemde planningstraditie voort te zetten. Flevoland verkeert nu in een nieuwe fase. Een fase waarin een aantal grote transities voorstaan, op het gebied van schaalvergroting, duurzame energie, circulaire economie en landbouw. Daarbij bieden ontwikkelingen zoals de essentaksterfte, bomenkap bij gemeenten, die het polderconcept aantasten, een directe noodzaak tot actie. We stellen voor om een regionale visie landschappelijke- en ruimtelijke kwaliteit te maken, die samen met gebiedspartners, inwoners en ondernemers vorm krijgt.

De provincie pakt actief haar rol voor landschap en ruimtelijke kwaliteit op de drie onderstaande thema’s:

•  Behoud van waardevolle landschappen

•  Transities ruimtelijk vormgeven

•  Beleefbaar landschap en natuuur

Het landschap in Flevoland is kenmerkend voor de polder en dat is iets om zuinig op te zijn. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet dan ook gekeken worden of de kenmerkende landschappelijke kwaliteiten, zoals het open karakter en de strakke geometrische lijnen in het landschap, behouden zullen blijven. Daarnaast staat het karakter van de inwoners van Flevoland, die ondernemend zijn en van aanpakken weten. De balans tussen het behouden van wat waardevol is en het ontwikkelen van nieuwe idealen moet gevonden worden en zichtbaar zijn in de fysieke omgeving.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • Behoud van het open landschap bij ruimtelijke ontwikkelingen.
  • Condities scheppen die maken dat we ook daadwerkelijk kunnen genieten van ons landschap.
  • ‘Verrommeling’ van het landschap wordt tegengegaan
  • Ruimte geven aan vernieuwende ideeën, zonder dat dat in strijd is met de landschappelijke waarden.

6.1 Verschillende overheidslagen, één missie

De ChristenUnie-politici maken deel uit van een beweging van maatschappelijk betrokken christenen die op tal van plekken in de samenleving hun geloof een stem geven. Die hun geloof niet bewaren voor de kerk of thuis, maar uitdelen in de maatschappij. Die bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen en samen te werken voor een betere samenleving.

Wij beseffen heel goed dat de overheid niet alle vraagstukken kan oplossen. De samenleving is niet maakbaar. Maar de overheid is er volgens de ChristenUnie wel om het zwakke te beschermen, waar nodig regels op te stellen en vrede te stichten. De Bijbel roept ons op om recht te doen, trouw te zijn, en nederig de weg te gaan die God van ons vraagt. (Micha 6:8)

De ChristenUnie is een landelijke, christelijke netwerkpartij. Dat biedt stabiliteit. Onze provinciale  standpunten zijn niet zomaar even opgeschreven maar gebaseerd op onze christelijke uitgangspunten en in lijn met ons landelijke beleid. Tegelijk biedt het feit dat de ChristenUnie actief is op alle niveaus van het openbaar bestuur uitstekende mogelijkheden om af te stemmen en om provinciale zaken landelijk of lokaal aan de orde te stellen.

6.2 Rol van de provincie

Visie van de ChristenUnie

De provincie heeft een aantal wettelijke taken die zich vooral richten op ruimte, economie die weer samen komen in het omgevingsbeleid. Ook cultuur hoort voor een deel tot de taken van de provincie, waar dit de lokale belangen overstijgt. Naast de wettelijke taken kan de provincie zelf bepalen welke taken zij wil aanpakken. Er is immers sprake van een open huishouding, zoals vastgelegd in artikel 124 van de grondwet. Een open huishouding betekent dat de provincie verder zelf mag bepalen welke onderwerpen zij wil oppakken. De basisgedachte van de provincie is wel dat een taak het beste zo dicht mogelijk bij de burger kan worden uitgevoerd. De beslissing wordt bij voorkeur genomen op de plaats waar die ook effect heeft.

In veel gevallen zal dit de gemeente zijn. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarin provincies een meerwaarde kunnen leveren op taken buiten het wettelijke domein. Hier zal vooral sprake van zijn wanneer er (boven)regionale kwesties of sector-overstijgende zaken spelen, en gemeenten niet in staat zijn de betreffende zaken aan te pakken of op te lossen. Wanneer deze situatie zich voordoet, kunnen Provinciale Staten zelfstandig besluiten om een provinciale inzet te leveren en het takenpakket uit te breiden. Zowel de grondwet als de provinciewet geven provincies deze mogelijkheid en wat de ChristenUnie betreft blijft dit zo.[7] In de gedachtegang dat een taak het beste zo dicht mogelijk bij de burger wordt uitgevoerd, past dat het beleid rondom zorg en welzijn in de eerste plaats thuishoort bij de gemeente. We zien hierbij echter steeds vaker knelpunten die gemeenten vaak alleen niet kunnen oplossen in dat geval moeten we nadenken hoe, complementair en in overleg met de gemeenten, kunnen helpen. Als lokaal beleid structureel de gemeentegrenzen overschrijdt, zoals bv. het geval is bij regionale omgevingsdiensten en ook bij regionale samenwerking of gemeenschappelijke regelingen voor jeugdzorg en maatschappelijke opvang, is het goed om te heroverwegen of deze taken wel bij de juiste overheidslaag geplaatst zijn. De beperkte mogelijkheden tot politieke controle op deze organisaties leidt tot de vraag of een verankering binnen de provinciale overheid –met uitvoeringsorganisaties waarin de gemeenten betrokken zijn- niet de voorkeur verdient.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • Roeping en taak van de overheid

De roeping van overheden, waaronder de provincie is om, in dienst van God, een veilige leefomgeving te hebben en houden en daarnaast de openbare samenleving te ontwikkelen.

  • Gedecentraliseerde eenheidsstaat en provinciale autonomie

Nederland is als eenheidsstaat ontstaan vanuit de kracht en zelfstandigheid van de provincies. Provincies moeten die regionale autonomie voortdurend inhoud geven.

  • Gedecentraliseerde eenheidsstaat en lokale autonomie

De verantwoordelijkheid voor een groot aantal taken is verplaatst van het rijk naar de gemeenten. Het gemeentebestuur heeft veel vrijheid bij de uitvoering van deze taken. Provincies bevorderen de gemeentelijke beleidsvrijheid zoveel mogelijk en ondersteunen waar nodig.

  • Provincies en gemeentelijke samenwerking

De ChristenUnie heeft er vertrouwen in dat de gemeenten in Flevoland hun taken goed oppakken. Daartoe werken gemeenten ook veel met elkaar samen. Structurele samenwerking tussen gemeenten mag echter niet leiden tot verarming van de lokale democratie. Zolang de gemeenten haar taken goed uitvoeren en het democratisch proces gewaarborgd blijft, blijft de provincie op afstand. Mochten zich grote en structurele problemen voordoen, dan kan er besloten worden om deze bovengemeentelijke taken over te nemen.

  • Provincies en waterschappen

Provinciebesturen moeten o.a. op grond van de Omgevingswet maximaal samenwerken met de waterschappen in het belang van duurzaam waterbeheer.

6.3 Bestuursstijl

Visie van de ChristenUnie

De ChristenUnie pleit voor een houding die luisterend, samenwerkend, verbindend en integer is. Het provinciebestuur is het meest effectief in samenwerking met andere partijen. Belangrijk hierin zijn de gemeenten, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven, hogescholen en universiteiten. Het belang van samenwerking vraagt om een houding die samenwerking bevordert. Het betekent ook dat de provincie vaak zal participeren in netwerken om haar doelen te bereiken. Dit vraagt om transparantie en integriteit ten opzichte van de inzet en de te bereiken doelen. Het vraagt ook om een duidelijke rolverdeling tussen het college van Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten.

Ondermijning is een groot probleem waar wij onze ogen niet voor sluiten. Een goede screening van de mensen die binnen het bestuur actief zijn, is daarbij gewenst. Daarnaast pleiten wij voor een jaarlijkse integriteitsdag. Een dag waarop we met het college van Gedeputeerde Staten en Statenleden samen kijken naar ons eigen handelen en tevens weer bewustwording creëren voor de risico’s van beïnvloeding van de besluitvorming door mensen/organisaties met andere belangen.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • Veranderende rol provinciale overheid

De rol van de overheid ten opzichte van de samenleving verandert; inwoners vragen meer ruimte voor eigen initiatieven en uitvoering ervan. Het provinciebestuur moet hieraan maximaal tegemoet komen, tenzij andere openbare belangen hierdoor worden geraakt.

  • Openbaar belang en provinciale samenleving

De provincie behartigt het openbaar provinciaal belang. Dat belang is niet beperkt tot de terreinen waar de wet haar taken geeft, maar strekt zich ook uit tot domeinen waar geen wettelijke taak voor de provincie ligt.  Om die reden wordt periodiek de “staat van de provincie” opgemaakt, waarin de stand van zaken op de terreinen van people, planet en profit wordt gemonitord en beleidsinitiatieven kunnen worden genomen.

  • Provinciale netwerken

De overheid is meer dan ooit mede-speler in een netwerk-samenleving. Om die reden onderhoudt het provinciebestuur intensieve contacten met organisaties, bedrijven en instellingen die van belang zijn voor de provinciale samenleving en worden zij betrokken bij de beleidsbepaling.

  • Provinciale zelfstandigheid

De zelfstandigheid van de provincies staat niet ter discussie. Waar nodig wordt op bovenregionaal niveau samengewerkt (IPO verband), maar dit gebeurt steeds vanuit het perspectief van de zelfstandige provincie. 

  • Ondermijning/ Integriteitstoets

Jaarlijkse integriteit dag voor Statenleden en Gedeputeerde Staten en een verplichte VOG bij aanstelling.

6.4 Financiën

Visie van de ChristenUnie

Het  provinciebestuur stemt haar beleid af op de beschikbare middelen. Waar mogelijk zal zij samen met haar partners afspraken maken over de financiering van het voorgestane beleid. Dat kan zijn door het aangaan van constructies die gezamenlijke financiering behelzen, of door (gezamenlijke) acties richting het rijk of Europese subsidies. Ook kan de provincie de regionale ontwikkeling of verduurzaming stimuleren door het beschikbaar stellen van alternatieve financiële instrumenten, zoals revolverende fondsen.

Om eigen beleid te kunnen voeren en een goede partner te zijn is een open huishouding voor de provincie essentieel. De ChristenUnie pleit voor de handhaving van een eigen provinciale belastingheffing.  Provinciale belastingverhoging kan alleen als grote maatschappelijke opgaven aantoonbaar vragen om extra investeringen.

Om een ambitieus provinciaal beleid te kunnen financieren, zal de provincie zijn eigen organisatie zo efficiënt mogelijk moeten inrichten. Organisatorische samenwerking met gemeenten en andere provincies kan daar een belangrijke bijdrage in leveren.

De ChristenUnie wil dat de provincies zich als partner van de gemeente opstellen bij het op orde krijgen en houden van de gemeentelijke financiële huishouding. Dit is een houding van willen meedenken, adviseren en  de eigen gemeentelijke verantwoordelijkheid blijven respecteren. Dit gaat verder dan het wettelijk financiële toezicht.

Waardevolle uitgangspunten hierbij zijn:

  • Een provincie die jaarlijks zorgt voor een, voor de bewoners inzichtelijke en toegankelijke begroting. Het inzetten van een digitale begrotings-app kan hierbij helpen.
  • Een jaarlijks structureel sluitende (meerjaren)begroting.
  • De ChristenUnie is tegen het verhogen van de belastingdruk door het ophogen van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting.
  • Jaarlijks moet worden gekeken of een eventuele indexering van de motorrijtuigenbelasting aan de orde is.
  • Bij het verstrekken van subsidies aan de voorkant goed te omschrijven wat het resultaat en effect van de subsidie moet zijn.

Een provincie als partner van de gemeente bij het op orde houden of krijgen van de financiële huishouding.

Naar boven