Onlangs werden onze schriftelijke vragen over de Lelylijn door de gedeputeerde staten beantwoord. In de beantwoording spraken Gedeputeerde Staten duidelijk uit, dat zij zich maximaal inspannen om voortvarend door te werken aan de realisatie van de Lelylijn – en dat was precies wat we wilden horen.

Afhankelijk van het Rijk
De context van deze vragen is namelijk een mededeling van de verantwoordelijke staatssecretaris dat ervoor is gekozen om nog niet over te gaan naar een volgende fase in het onderzoek naar de Lelylijn (de zogeheten MIRT-verkenning), omdat er onvoldoende zicht is op financiering. Er gaapt nog een groot gat tussen de kosten van het traject en het bedrag dat op dit moment voor de Lelylijn is gereserveerd. De regio’s kunnen dat niet ophoesten en zijn daarom ‘afhankelijk’ van het Rijk. Het zou daardoor zomaar kunnen worden gezien als een onhaalbaar en moeizaam ‘dossier’ waaraan geen eer te behalen valt en dan minder de aandacht krijgt.

Niet als het aan de ChristenUnie-fractie ligt!
De Lelylijn verdient juist alle aandacht, want de Lelylijn is meer dan alleen een spoorlijn. Het traject brengt naar verwachting een ontwikkeling op gang die de brede welvaart van Noordelijk Nederland verbetert. Daarom maken wij ons als ChristenUnie Flevoland sterk voor de Lelylijn, met tenminste een station in de Noordoostpolder. We vinden het belangrijk dat ongelijkheden tussen regio’s worden teruggedrongen en dat unieke kwaliteiten van regio’s worden versterkt. Daarnaast is het niet te verkroppen als van Flevoland wél een grote bijdrage wordt gevraagd in het realiseren van de nationale woningbouwgave, maar daar geen investeringen tegenover staan op bijvoorbeeld de schaalvergroting in de infrastructuur die dan nodig is!

Regio als grootste belanghebbende
Rijk en regio zijn gezamenlijk opdrachtgever van de projectorganisatie van de Lelylijn. Mocht de uitkomst zijn dat de Lelylijn wordt gerealiseerd, dan zal het Rijk verreweg de meeste kosten dragen. Dat is nu eenmaal een gevolg van de werkwijze waarin het Rijk beschikt over de financiën en begrotingen opstelt. En volgens de spelregels van het MIRT – het proces in Nederland om grote infrastructurele besluiten te nemen – moet er zicht zijn op 75% financiering in dit stadium, om door te kunnen naar de volgende fase. Het is daarom wrang als vanuit het Rijk wordt gezegd dat ‘elke regio telt’ en tegelijkertijd wordt vastgehouden aan de 75%-financieringseis, zonder zelf voor financiële dekking te zorgen. ChristenUnie Flevoland vindt dat regio’s niet alleen in woord, maar ook in daad moeten worden ondersteund. In goed Nederlands: ‘Put your money where your mouth is’!

Welk vervolg?
Op dit moment wordt de ‘scope’ van het onderzoek naar de Lelylijn herbepaald, waarbij de gegevens worden betrokken die in het eerdere MIRT-onderzoek al zijn opgehaald. Daarmee is de Lelylijn zeker niet van de baan. De gedeputeerde staten van Flevoland geven aan met de noordelijke partners er bij de staatssecretaris openbaar vervoer op aan te dringen om voortvarend door te werken aan de realisatie van de Lelylijn. Wij zullen deze inspanningen als ChristenUnie-fractie Flevoland uiteraard blijven volgen.